Krimp is een actueel thema in Nederland. In de toekomst zullen een aantal verschuivingen plaatsvinden, met name in de regio’s buiten de alsmaar groeiende Randstad. Toch hangen krimp en groei vaak samen: terwijl de ene locatie krimpt, kan de naastliggende locatie groeien. Dit is ook het geval in Twente, ‘krimpregio’ bij uitstek. In het project Netwerkstad geeft Karres en Brands haar visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Twente: een visie op Twenteland als samenhangend geheel.
De huidige crisis vraagt om een andere aanpak; in plaats van de stadsranden dicht te bouwen is het belangrijk juist een symbiose te creëren tussen het landschap en de stad. De van oudsher wederzijdse afhankelijkheid van stad en land is door toenemende mobiliteit, internet en globalisering grotendeels verloren gegaan. Vanuit de analyse zijn de problemen maar ook de potenties voor het gebied in beeld gebracht. Het ontwerpend onderzoek schetst vervolgens het mogelijke toekomstbeeld van Twente.
In Twente zijn krimp en groei ongelijk verdeeld en worden slechts tot de gemeentegrenzen beoordeeld. Door over gemeentegrenzen heen te kijken en het Twents ‘noaberschap’ (als ik de buren help, helpen zij mij) naar een regionale schaal te tillen ontstaat een nieuwe dynamiek. Met respect voor de waardevolle delen van het omliggende landschap worden gebieden aangewezen waar ruimte wordt geboden voor nieuwe interventies en combinaties van wonen en werken, zorgvoorzieningen, melkveehouderijen en kleinschalige bedrijvigheid – verweven met de bestaande agrarische structuren. Aan de hand van voorbeeldinterventies wordt getoond hoe deze mix van functies binnen het bestaande landschap kan worden gerealiseerd: er ontstaat een landschap waar ondernemen centraal staat.
In de binnensteden zijn tijdens de crisis vrijwel alle grote integrale projecten stil komen te liggen. Veel van deze projecten zijn gelegen op plekken van de voormalige rijke Twentse textielindustrie. Een deel van de opbrengsten van de transformatie van het buitengebied wordt in een regionaal vereveningsfonds gestort. Met dit kapitaal worden de grote projecten afgewaardeerd en in kleine, behapbare ontwikkelingseenheden opgesplitst. Door in te zetten op particulier- en collectief opdrachtgeverschap ontstaan er meer mogelijkheden voor lokale, kleinschalige bouwmaatschappijen die de regionale economie versterken. De invoering van een regionale munteenheid, naast de euro, kan dit effect versterken.
Locatie. | Twente |
---|---|
Opgave | Visie op krimp in Twente |
Omvang | 150.000 hectare |
Ontwerp | 2012 – 2013 |
Status | Ontwerpend onderzoek / Visie |
Opdrachtgever | Architectuurcentrum Twente |