Op de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wordt de Feringa Building ontwikkeld, het gebouw voor de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, vernoemd naar Nobelprijswinnaar prof. Dr. B.L. Feringa, ontwikkeld. Het gebouw wordt 62.000m² groot en biedt huisvesting aan collegezalen, instituten en laboratoria waarin fundamenteel wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt. Het gebouw is georganiseerd rond vier patiotuinen waarvoor Karres en Brands het ontwerp heeft gemaakt.
De ligging en opzet van het gebouw maken dat een belangrijke publieke looproute van het transferium naar de campus door de hoofdas van het gebouw loopt. De vier patiotuinen zijn een onmiskenbaar deel van het gebouw: ze zijn zichtbaar vanuit alle collegezalen, laboratoria en kantoorruimtes. Alle gebruikers van het gebouw kunnen de tuinen en de mensen die zich erin begeven zien. De entrees van de tuinen liggen echter verscholen: hoe je de tuinen binnen kunt gaan blijft een raadsel. Dit spanningsveld is in het ontwerp uitgangspunt geweest. Wanneer men de tuinen betreedt, blijken ze verborgen kwaliteiten te hebben die zich van buitenaf niet kenbaar maken.
In het gebouw wordt fundamenteel onderzoek gedaan in high tech laboratoria. De aluminium gevel benadrukt het wetenschappelijke karakter van het gebouw. De patiotuinen vormen een sterk contrast met de rationaliteit van het gebouw. De zintuiglijkheid van de tuinen spreekt andere kwaliteiten dan de rationaliteit aan. Ze bieden een kalme, rustgevende sfeer waar gebruikers in een natuurlijke omgeving even afstand kunnen nemen tot de rationaliteit en intensiteit van hun werk en opleiding. Iedere tuin heeft zijn eigen kenmerken: tuinen met een verborgen uitzicht, een verborgen ervaring en een verborgen plek bieden ieder een andere context en beleving. Het onderscheid draagt bij aan oriëntatie in het enorme gebouw en biedt een aangenaam decor voor de werkplekken en collegezalen.
De tuin met verborgen perspectief heeft een fijnzinnig afgewogen compositie van planten, een vijver, moerascypressen, achtergond en voorgrond, diepte en lichtval. Deze compositie toont zich van één bepaald standpunt. Een vlonder aan de vijver biedt zitgelegenheid vanwaar deze compositie beleefd kan worden.
De tuin met verborgen ervaringen bevat op het eerste gezicht een overvloed aan planten, heesters en bomen. Bij betreding wordt men omhuld door de beplantingen, geuren, lichtval en schaduw, kleuren, ruisende bladeren, boomkronen boven en kleine plantjes die verscholen groeien onder de bladeren van grotere planten..
In de tuin met de verborgen plek ligt een heuvel begroeid met varens en dennen. In de heuvel is een verdiept liggende plek uitgespaard die van buitenaf slechts beperkt zichtbaar is. Een smalle trap voert tussen de varens door omlaag naar deze verscholen plek. Op deze plek is men omgeven door de bladeren van de varens en de silhouhetten van de dennen die zich aftekenen tegen de lucht.
De campustuin is de enige tuin die wel een duidelijk zichtbare toegang heeft en ook een frequenter gebruik kent. Via de glazen gevels op de begane grond is deze tuin zichtbaar vanuit de omliggende campus en vice versa. Het campuslandschap wordt binnen het volume van het gebouw voortgezet met een open grasveld en verschillende bomen. Terrassen zijn vormgegeven als een compositie van vlakken met breuklijnen, plooiingen en snedes.
Locatie. | Groningen |
---|---|
Opgave | Ontwerp binnentuinen in een nieuw faculteitsgebouw |
Omvang | 2.275 m² |
Ontwerp | 2016 |
Uitvoering | 2019 – heden |
Status | Definitief Ontwerp |
Opdrachtgever | Rijksuniversiteit Groningen |
In samenwerking met | Ector Hoogstad Architecten |