Afgelopen woensdag mochten wij demissionair minister Hugo de Jonge ontvangen bij ons op de werf in Hilversum. Op initiatief van BSNP/NVTL is deze middag georganiseerd met als doel de minister kennis te laten maken met de ontwerppraktijk. Met vakgenoten van de bureaus Lola, Flux, Felixx, Defacto, Witteveen+Bos, Ben Kuipers, Joeri de Bekker (NVTL) en Eric van der Kooij (BNSP), Maurits de Hoog (What-if) en BZK was het een succesvolle middag. Het is waardevol om met elkaar na te denken over hoe we als vakgemeenschap van ruimtelijke ontwerpers, denkers en onderzoekers kunnen bijdragen aan de wederombouw van Nederland nu de contouren van de Nota Ruimte vorm krijgen. Een informeel gesprek met de kaarten op tafel in een poging de succesfactoren voor effectieve inzet van ontwerpkracht boven water te krijgen.
‘Hoe kan ontwerpkracht het verschil maken?’
Demissionair minister Hugo de Jonge bezocht op uitnodiging van de BSNP/NVTL onder de titel ‘Ontwerpkrachtcentrale’ een groep landschapsarchitecten en stedenbouwers. Een initiatief met als doel de minister kennis te laten maken met de ontwerppraktijk.
Hoe kunnen we als vakgemeenschap van ruimtelijke ontwerpers, denkers en onderzoekers bijdragen aan de wederombouw van Nederland nu de contouren van de Nota Ruimte vorm krijgen? Een informeel gesprek met de kaarten op tafel in een poging de succesfactoren voor effectieve inzet van ontwerpkracht boven water te krijgen.
Aan de hand van een aantal praktijkcasussen ging het in het gesprek niet over de vraag OF en WAAROM inzet van ontwerpkracht nodig is, maar HOE je het organiseert en verankert in organisatiestructuren, besluitvorming en opdrachtgeverschap. Net als de minister is ruimtelijk onderzoek en ontwerp op zoek naar de koppelkansen in complexe materie en integrale aanpak van ruimtelijke, economische en sociale vraagstukken. Ontwerpkracht en -onderzoek vergroten niet alleen het voorstellingsvermogen, maar zorgen voor handelingsperspectieven en het kunnen schakelen tussen wenselijke, waarschijnlijke en mogelijke toekomsten.
Er werd gesproken over nut en noodzaak van lange termijn verkenningen (“de koplampen wat hoger afstellen”). En ontwerp niet als doel maar als middel om perspectieven voor bewoners te schetsen of door economische modellen te koppelen aan ruimtelijke inrichtingsvraagstukken.
Kan een integrale aanpak zoals bij Reeve-delta in Kampen ook bij andere locaties worden ingezet? Hoe kunnen meekoppelkansen (stikstof, energie, wateropgaven) op andere plekken worden ingezet? Biedt een perspectief voor een nieuwe stadsrand (Flux) en de aanpak van Sponsland kansen voor de Achterhoek of de Peel? En kan een leidraad voor de openbare ruimte in Groningen ook op andere schaalniveaus de verkokering doorbreken.
Lessen uit en eerdere trajecten zoals Ruimte voor de Rivier laten zien dat door ontwerp het niet alleen beter en mooier maar ook slimmer en efficiënter kan. Door ontwerpkracht aan uitvoeringskracht te koppelen ontstaat meerwaarde. Een pleidooi dat de minister ter harte heeft genomen. Hij werkt onverminderd hard door aan de ruimtelijke opgaven van ons land. Zijn passie en betrokkenheid voelen als een steun in de rug.
Wordt vervolgd!
Foto's door Corstiaan van Pelt