Stationsgebied Amersfoort

‘De stad moet beginnen bij het station’. Met deze basisgedachte heeft Karres en Brands een visie opgesteld, waarbij het gebied op en rond het Stationsplein en de route van het plein naar de binnenstad aantrekkelijker wordt gemaakt. Met de visie wordt invulling gegeven aan een groene, gezonde stad met als kloppend hart een goed functionerend mobiliteitsknooppunt, met een prettige overstap tussen trein, bus, fiets en taxi. De voetganger komt weer centraal te staan.

Het centrale thema is: we creëren ruimte. Op het stationsplein worden fietsen ondergronds gestald. Een belangrijke ingreep is om de auto en bus op één baan te combineren en de kruispunten van de Stationsstraat anders in te richten. Fietsers en voetgangers krijgen hierdoor ruim baan en er ontstaat ruimte voor een aantrekkelijke groene route naar de binnenstad. Het stationsplein wordt als een aantrekkelijke plek ingericht met optimale looproutes, verblijfsplekken, groen, waterelementen en zitgelegenheden. De fietsroutes worden vanuit alle windrichtingen optimaal aangesloten op de nieuwe fietsenkelder. Op het plein komt een royale entree naar de fietsenkelder met een tapis-roulant zodat ook de wat oudere fietser het hoogteverschil comfortabel kan overbruggen. Via het Smalle Pad arriveert een groot deel van de fiets forenzen. In het nieuwe plan is het mogelijk, door een bouwkundige doorbraak vanaf de achterzijde van het huidige stationsgebouw, fietsend de fietskelder in te rijden. Eén van de belangrijke wensen van de gemeenteraad. 

De visie is verder uitgewerkt in een brede set aan maatregelen, zowel voor openbare ruimte, verkeersstructuur als de gebouwen en het verlevendigen van de plinten. Op de route naar de binnenstad worden concrete maatregelen voorgesteld die bijdragen aan het klimaatbestendig maken van het stationsplein en de route naar de binnenstad.  De diversiteit aan bomen, beplanting, insectenhotels en ecologische kruidenbeplanting biedt aangename ruimtes voor mens en dier. Ook kan de route een rol gaan spelen in het metabolisme van de stad, stromen van energie koppelen, restwarmte gebruiken, energie opslaan en misschien zelfs energie produceren. Materialen zijn CO2 neutraal of worden gerecycled. Er wordt een “smart” lichtsysteem toegepast, zodat de verlichting kan reageren op verschillende vormen van gebruik.

Het plan is tot stand gekomen in nauwe samenspraak met alle belanghebbenden. In verschillende spoorcafés is de stad betrokken bij het planproces en is met de vele wensen, ideeën én zorgen het plan in een intensive dialoog opgesteld. Als het college van burgemeester en wethouders en de raad akkoord is met het plan is de verwachting dat de start bouw in 2020 kan beginnen.